Raadsoverleg 1

In de diverse financiële stukken van 2020 heeft deraad geld beschikbaar gesteld voor het realiseren van een vangrail langs het van Starkenborghkanaal tussen Stroobos en Gaarkeuken. In de begroting 2020 is aangegeven dat medewerking van Rijkswaterstaat (RWS) essentieel is en dat eventuele meekoppelkansen met
werkzaamheden van RWS zullen worden onderzocht. Met dit raadsvoorstel wordt de raad op de hoogte gebracht van de laatste stand van zaken en gevraagd de benodigde financiële middelen definitief beschikbaar te stellen.

Aan het eind van de behandeling van dit agendapunt wordt aangegeven of het voorstel rijp is voor behandeling in de raad. Conform het Reglement van Orde zijn de volgende uitkomsten mogelijk:
a. een voorstel als conform stuk in de raad van 27 januari 2021 kan worden behandeld;
b. een voorstel als bespreekstuk besluitvormend in de raad van 21 januari 2021 kan worden behandeld;
c. een voorstel gaat voor verdere informatie of aanpassing terug naar het college.

Vlak voor de herindeling in 2019 zijn de vier adviesraden Wmo en de WSW adviesraad uit de voormalige gemeenten samengevoegd tot één Adviesraad Sociaal Domein Westerkwartier (ASDW). In maart 2018 is door de raden van de afzonderlijke gemeenten een geharmoniseerde verordening vastgesteld op basis waarvan de ASDW nu werkt. Deze verordening dient juridisch uiterlijk twee jaar na de herindeling aangepast te worden in een verordening voor heel Westerkwartier. Deze ligt inmiddels voor (zie bijlage) en is ten opzichte van de geharmoniseerde versie, op enkele tekstuele aanpassingen na, wat betreft de strekking ervan overeind gebleven en nog steeds actueel. De voorliggende verordening is in overleg met de ASDW tot stand gekomen. Wij verzoeken u kennis te nemen van de verordening en deze met ingangsdatum 1 januari 2021 vast te stellen.

Aan het eind van de behandeling van dit agendapunt wordt aangegeven of het voorstel rijp is voor behandeling in de raad. Conform het Reglement van Orde zijn de volgende uitkomsten mogelijk:
a. een voorstel als conform stuk in de raad van 27 januari kan worden behandeld;
b. een voorstel als bespreekstuk besluitvormend in de raad van 27 januari kan worden behandeld;
c. een voorstel gaat voor verdere informatie of aanpassing terug naar het college.

De Raad is op grond van artikel 227 van de gemeentewet bevoegd tot het invoeren van reclamebelasting en hiertoe een verordening vast te stellen. In de verordening wordt onder meer de hoogte van de heffing en het heffingsgebied bepaald. Beide zijn in overleg met de ondernemersverenigingen tot stand gekomen. De heffings-gebieden zijn zodanig gekozen dat deze aansluiten bij het gebied waar de activiteiten plaatsvinden en waarbinnen de ondernemers profijt hebben van de geplande activiteiten. De hoogte van de heffing is gebaseerd op de activiteitenplannen en begrotingen die de ondernemersverenigingen voor 2021 hebben opgesteld. Er wordt gekozen voor een vaste heffing van 400 euro per object. Hierdoor blijven de uitvoeringskosten beheersbaar.

Aan het eind van de behandeling van dit agendapunt wordt aangegeven of het voorstel rijp is voor behandeling in de raad. Conform het Reglement van Orde zijn de volgende uitkomsten mogelijk:
a. een voorstel als conform stuk in de raad van 27 januari kan worden behandeld;
b. een voorstel als bespreekstuk besluitvormend in de raad van 27 januari kan worden behandeld;
c. een voorstel gaat voor verdere informatie of aanpassing terug naar het college.

Het doel van het agenderen van deze brief is het wisselen van gedachten tussen de fracties over het belangrijke onderwerp inburgering. Daarbij staat centraal de vraag wat heeft de gemeente zelf als doelstelling en dat de gemeente daarbij vooraf definieert wanneer het beleid succesvol is. Het zou goed zijn, als de gedachtewisseling zou leiden tot een gedragen opvatting over te behalen doelen en kwaliteit voor een g oede uitvoering van de nieuwe wet in onze gemeente.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt gemeenten in de gelegenheid deel te nemen aan het experiment centrale stemopneming, op basis van artikel 47 van het tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming van de kieswet. Het experiment biedt gemeenten de mogelijkheid de efficiëntie, transparantie en controleerbaarheid van de stemopneming te vergroten. Deelname aan het experiment is eveneens van belang voor een nog grotere betrouwbaarheid van de uitslag, dankzij de inzet van frisse krachten bij het tellen en een beter zicht op de organisatie van de telprocedure.
Dit betekent in de praktijk dat na het sluiten van de verkiezing op het stembureau uitsluitend een telling van het aantal uitgebrachte stemmen op partijniveau plaatsvindt.
Het tellen van de stemmen op kandidaat niveau wordt op dat moment niet gedaan, maar op een later moment in een hiervoor speciaal ingerichte locatie.
Bij de verkiezingen voor de gemeenteraad op 2018 en in 2019 is met succes deelgenomen aan dit experiment. In de Topsporthal in Leek zijn 15 telteams ingezet om de stemmen op persoonsniveau te tellen.
Gezien de successen uit 2018 en 2019 willen we bij de komende verkiezingen hier graag opnieuw aan deelnemen.
Hiervoor is het nodig, omdat het een experiment is, dat er opnieuw voor deelname een raadsbesluit van geen bezwaar wordt genomen.
De aanmelding bij het Ministerie van BZK is inmiddels gedaan. De ontwikkelingen rond Covid-19 maakten doorgang van het experiment onzeker. Het Ministerie wil
het experiment met centraal tellen toch mogelijk maken en gaat daarom na advisering door het RIVM een kader opstellen met maatregelen tijdens het centraal stemmen tellen.

Aan het eind van de behandeling van dit agendapunt wordt aangegeven of het voorstel rijp is voor behandeling in de raad. Conform het Reglement van Orde zijn de volgende uitkomsten mogelijk:
a. een voorstel als conform stuk in de raad van 27 januari 2021 kan worden behandeld;
b. een voorstel als bespreekstuk besluitvormend in de raad van 21 januari 2021 kan worden behandeld;
c. een voorstel gaat voor verdere informatie of aanpassing terug naar het college.

Het jaarverslag wordt archiefbeheer Westerkwartier over 2019 wordt de raad ter kennisname toegezonden en voorgesteld wordt deze in het raadsoverleg van 6 januari 2021 te bespreken. Behalve kennisname wordt geen besluit van de raad gevraagd.

Vanaf 1 december 2020 treedt de Wet Tijdelijke Maatregelen COVID-19 (hierna: Twm) in werking. Die wet zorgt er voor dat bepaalde bevoegdheden, die nodig zijn voor het treffen van maatregelen ter bestrijding van COVID-19, weer – beperkt – bij de burgemeester komt te liggen. Daarnaast zullen de landelijke maatregelen door een Minsteriele regeling worden opgelegd. Onlangs werd een procesbrief van de VRG, vergezeld van een oplegnotie en beleidskader van het Veiligheidsberaad en een beleidskader van de VNG, aan de raad toegezonden. Naar aanleiding daarvan is door de griffie een memo geschreven met daarin overzichtelijk en samengevat alle belangrijke informatie over de Twm. Uit die nieuwe wet komt de vraag voort op welke manier de gemeenteraad zal worden betrokken bij de uitvoering daarvan. Op die vraag geeft de Twm niet volledig een antwoord. In het fractievoorzittersoverleg is dit proces besproken en is aangegeven dat zolang de Twm van kracht is, de burgemeester de raad zo mogelijk - als de ruimte daarvoor is -, vooraf betrekken bij de besluitvorming en anders achteraf.